*

 

Het klimaat laat zich niet sturen

door Joep Engels − 24/02/06, 00:00

De discussies over het broeikaseffect bewijzen maar weer eens dat demens niet verder kijkt dan zijn neus lang is, zegt geoloog Salomon Kroonenberg. Zuinig zijn op de aarde en haar voorraden is prima, maar besef wel dat we dertig jaar geleden nog eennieuwe ijstijd vreesden.

Dertig jaar geleden stevende de wereld af op een natuurramp. Sinds 1940was de temperatuur op aarde gestaag gedaald en de wetenschap voorzag eennieuwe ijstijd binnen honderd jaar. Amerikaanse en Russische onderzoekerszagen nog een oplossing. Als ze de Beringstraat afsloten, zouden ze hetijskoude poolwater buiten de Grote Oceaan houden.

Zo ver kwam het niet. De plannen lagen nog niet eens op de tekentafeltoen de temperatuur onverwacht begon te stijgen. Loos alarm. Tenminste,voor even. De ijstijd van toen maakte plaats voor het inferno dat ons nute wachten staat.

In zijn vandaag verschenen boek 'De menselijke maat' verbaast SalomonKroonenberg zich over het falen van ons collectief geheugen. "We wéten nogwel dat het tussen 1940 en 1975 kouder was, het staat in alle statistieken,alle handboeken, en nog steeds wordt gedebatteerd over wat nu precies deoorzaak van die afkoeling was. Maar wat we vergeten zijn, zijn de emotiesdie dat opriep, de felle discussies tussen wetenschappers, de bezorgdheidbij politici. (...) Dertig jaar later zijn we weer net zo bang en wegebruiken precies dezelfde woorden. Alleen gaat het nu over opwarming. Enover nog eens dertig jaar?"

De menselijke maat: we kijken doorgaans niet verder dan onze neus langis. Als we ons best doen kunnen we 250 jaar overzien, de tijd tussen degeboorte van onze grootouders en de toekomstige dood van onzekleinkinderen. Maar duizend jaar, of tien miljoen? Dat wordt te abstract.

De geoloog Kroonenberg is gewend in de diepte van de tijd weg te zinken.Hij weet dat de menselijke geschiedenis in geologische termen niet meer daneen oogwenk is. "Mark Twain heeft de geologische tijdschaal wel eensvergeleken met de Eiffeltoren. De tijd dat de mens hier rondloopt, is nietmeer dan het verflaagje van het topje van de toren. Zou dat hele bouwwerkdaaronder alleen bedoeld zijn om ons hoog te houden, vroeg Twain zich af.Dat kon toch niet waar zijn."

Meer nog dan over ons onvermogen om ver terug of vooruit te blikken,schudt de geoloog het hoofd over ons waanidee dat de wereld altijdhetzelfde is geweest. We leven in een rustige tijd, schrijft Kroonenberg.Het klimaat is vrijwel constant, maar we zijn bang dat het over een eeuween graadje warmer is. De zeespiegel stijgt nauwelijks meer, maar wij doenof het een bedreiging is.

"Het klimaat verandert al 4,5 miljard jaar", doceert de hoogleraar opzijn kamer aan de Technische Universiteit Delft. "Na de laatste ijstijdsteeg de zee 2,5 meter per eeuw in plaats van de huidige 13 centimeter. Eris geen enkele reden om aan te nemen dat dergelijke schommelingen niet meerzouden voorkomen. Bovendien: het klimaat is niets meer dan het gemiddeldevan het weer, en het weer laten wij toch ook vrijelijk variëren. Niemanddie actie voert tegen de winter. De winter kost veel geld hoor: zoutstrooien, warme kleren kopen, rails ijsvrij maken. Die kosten accepterenwe. Waarom die van de klimaatverandering niet?"

In het laatste hoofdstuk van zijn boek stelt hij deze hamvraag. Ofeigenlijk, hij verpakt hem zo dat de lezer wel uit zijn loopgravenstellingmóet komen. Stel, schrijft hij, dat de IPCC, de klimaatcommissie van deVN, een identiek rapport had geschreven, met dezelfde analyse van dehuidige situatie en met dezelfde voorspellingen, maar met één verschil:de opwarming heeft een natuurlijke oorzaak.

Wat doen we dan? Grijpen we dan ook in en gaan we de natuurlijkeverandering te lijf omdat we willen dat het klimaat blijft zoals het is?Koste wat het kost? Of vinden we dat de natuur haar loop moet hebben, netzoals we de rivieren of de edelherten hun natuurlijke ruimte willen geven?En moet de mens zich dan maar zien aan te passen?

Zijn ogen twinkelen als hij ziet dat de vraag zijn beoogde effect heeftgehad. "Laat ik het minder hypothetisch maken. Stel dat we morgen weer eengrote vulkaanuitbarsting, als van de Krakatau in 1883, meemaken en allestof en as koelen het klimaat weer af. Hoeven wij dan niks meer te doen?Waarom doen we dan nu wel wat? Omdat we vinden dat het onze schuld is.Kijk, als je zegt, we moeten zuinig zijn op onze voorraden, ga ik met jemee. Maar als het uit schuldgevoel is, zeg ik: dat is een slechteraadgever. Schuldgevoel vertroebelt de geest en voorkomt dat we goedebeslissingen nemen.

Neem deze eenvoudige vraag: wélk klimaat wil je behouden? Het huidige,of dat van vóór de industriële revolutie, toen de CO2-concentraties nogpuur natuur waren? Toen zaten we midden in de Kleine IJstijd, koud hoor!"

Zijn voornaamste bezwaar tegen de huidige broeikasdiscussie heeft metde menselijke maat te maken. Als geoloog weet hij dat het klimaatonderworpen is aan grote aardse cycli. IJstijden komen en gaan doordat destand van de aardas en de vorm van de aardbaan variëren.

Het klimaat volgt deze cycli van duizenden jaren. Net zoals de opwarminggeen vat heeft op het ritme van dag en nacht, en ook de wisseling van deseizoenen intact laat, zo zal de opwarming vroeg of laat gestuit wordendoor een volgende ijstijd. Probleem is wel dat we de grote cycli -van100000 jaar bijvoorbeeld- wel goed begrijpen, maar de kleinere minder.Daardoor weten we niet zeker of we nu wat variëren op een natuurlijkegolf, of dat we deze piek helemaal zelf veroorzaken.

Kroonenberg: "We weten wel zeker dat we over 10000 jaar midden in eennieuwe ijstijd zitten. Het omslagpunt, het moment waarop we definitief diekant op gaan, kan over 1000 jaar komen, maar ook over 30. De voorspellingenvan de IPCC houden daar geen rekening mee, die gaan ervan uit dat de curveblijft stijgen. Dat geldt ook voor de maatregelen. We zijn niet voorbereidop een omslagpunt, dus kunnen de maatregelen die we nu nemen, wel eensaverechts uitpakken. Laat ik het gechargeerd zeggen: de mensen die straksin die ijstijd zitten, zijn misschien wel blij met wat extra CO2 van ons.'

"Begrijp me goed, ik ben geen klimaatscepticus. Ik ben niet zo iemanddie de huidige opwarming ontkent. De stijging van het CO2-gehalte doormenselijk toedoen is een feit. De opwarming is ook een feit. De relatietussen die twee is wat minder duidelijk, maar dat is niet mijn vak, dusdaar bemoei ik me niet mee. En ik beweer ook niet dat we ons druk maken omniks. Het zijn legitieme zorgen, het gaat over de overleving van onzesoort.

Maar de cycliciteit van het klimaat is ook een feit. De zeeën komenweer droog te staan, de parkieten uit het Vondelpark zullen op een dag weernaar Spanje verkassen. Het enige wat ik wil zeggen is, laat dieklimaatmodellen eens doorlopen tot voorbij het omslagpunt, zodat we eenbeter idee hebben wat ons te wachten staat.

"En twee: laten we ons aanpassen. Heb niet de illusie dat we de natuurop één niveau kunnen houden. Zo werkt het niet: je kunt die astronomischefluctuaties niet tegenhouden. Net zomin als we kunnen voorkomen dat hetzomer of winter wordt."

"Dus niet proberen de oorzaak weg te nemen -daarvoor begrijpen we dedynamiek van het klimaat te weinig, maar de symptomen bestrijden. Als jebang bent dat Bangladesh onder water komt te staan, of dat steden in Indiaof de Andes drinkwaterproblemen krijgen doordat de gletsjers wegsmelten,ga dan niet veel geld uitgeven door CO2 onder de grond te stoppen. Bouwdijken in Bangladesh of leer hoe je zeewater kunt ontzilten.

Wat zeg je, optimistisch gedacht? Kom op zeg, dat is toch onze kracht:technologische oplossingen verzinnen voor problemen? Daar zijn debeschavingen op gebaseerd, op dat soort vondsten.

De wereld vergaat niet, die heeft wel heftigere veranderingenmeegemaakt. En ook voor de mens hoeft het niet het einde te zijn. Vergeetniet: we hebben al twee ijstijden overleefd."